Bomen over Noordwôl 1998

Organist Moerman
Er is me gevraagd ook iets te vertellen over hoe ik in Noordwolde terecht kwam. In oktober 1944 vroeg mijn orgelleraar Cor Batenburg me, of ik wel voor de rest van de oorlog de organist daar wilde vervangen omdat deze moest onderduiken. Ik stemde toe, wist niets van het orgel en meldde mij de volgende zondag bij de Kerk-voogden. Uiteraard waren ze heel blij dat ik ze kwam helpen. Het orgel toen? In slechte staat. Door alles heen kon je horen hoe mooi het oorspronkelijk geweest moest zijn.

Met veel vreugde heb ik tot en met de eerste dienst na de bevrijding daar gespeeld.
Heen ging ik met mijn muziektas in mijn fietstassen, terug zat er een fles melk in, meegebracht door de toen nog jonge Heer Oosterbeek, een roggebroodje van Bakker Woldring. Bij koster Mekkes kon ik altijd groente kopen.
Na de bevrijding dook organist Van Dam weer op en was mijn taak volbracht.

Juni 1946. Van Dam bij mij thuis op bezoek. “Heb jij zin om organist in Noordwolde te worden?” Allicht. Ik de laatste zondag van juni met hem mee. Ik heb toen ook nog een deel van de dienst gespeeld. Na de dienst, de Kerkeraadsleden stonden te praten bij de kolenkachel, hun vaste gespreksplaatsje, zei Van Dam: “Mijn Heren, dit was mijn laatste dienst”. Daar schrokken ze wel van. “Maar hoe moet het nu verder?” “Oh”, zei Van Dam, “Mijnheer Moerman wil het wel overnemen”. Daarmee gingen ze direct akkoord. Een snellere benoeming heb ik in mijn leven niet meer meegemaakt. Zo kwam ik als organist in Noordwolde.

PAULUS PIETER MOERMAN

Dat er met het orgel iets gebeuren moest was zeker. Een restauratie was in die tijd niet verantwoord. Daarvoor was de kennis van die oude orgels te gering en had men te weinig ervaring. In 1951 was de toestand zo slecht dat er iets gebeuren moest. In een gesprek met de Kerkeraad en Dominee Boonstra en mij werd toen besloten Mense Ruiter himself te vragen of hij het orgel weer bespeelbaar wilde maken. Er werden allerlei reparaties verricht en er werd een tweedehands windmachine geplaatst. Wat ik toen hoorde was een openbaring. Tegen Cor Batenburg zei ik: “Cor, nu moet je eens meekomen naar Noordwolde”. Zijn reactie: “Met dat orgel kan je praten”. En dat is ook zo. Je kan er al je gevoelens kwijt U weet niet hoe heerlijk het is om alleen in die doodstille kerk te zitten improviseren.

En het gevolg. Direct op 21 september werd er een orgelconcert gegeven onder auspiciën van Avondtmusyck, door mij. Op de programma’s van Avondtmusyck hadden we al weken van te voren reclame gemaakt ervoor. De kerk was overvol, tuinbanken werden van alle kanten aangesleept.
En toen werd het orgel langzamerhand bekend bij organisten in binnen- en buitenland. Hoeveel gasten ik zo langzamerhand heb ontvangen, ik zou het niet weten. Amateurs en vakorganisten vanuit heel Europa, maar ook uit America en Japan.

Dit is in het kort iets over het orgel en mijzelf.
Paul Moerman

In: Bomen over Noordwôl,
Vereniging Plaatselijk Belang Noordwolde, opgericht 1 maart 1938,

H. Reysoo (eindred.), 1998, blz. 28–30